Page 20 - brochure_haspengouw
P. 20

het binnenklimaat, tast bekledingen aan en zorgt voor lelijke vlekken. De meeste van deze herstellingen hebben geen invloed op de uitstraling of structuur van het pand.
Soms zullen constructie-elementen wel deel uitmaken van het beeld of de historische waarde, zoals bij vakwerkgebouwen of bij merkwaardige spantconstructies. In dat geval moeten de methoden en middelen daaraan worden aangepast.
Waarschijnlijk zal het gebouw ook moeten geïsoleerd worden om een comfortabel binnen- klimaat te krijgen en de stookkosten te beperken. De beste prestaties worden verkregen door isolatie aan de buitenzijde, maar dit zal meestal het aanzicht al te zeer aantasten. Binnenisolatie is niet altijd een goede oplossing. Het is raadzaam dit met een architect te bespreken die de beste methode kan adviseren.
De “gewone” renovatie
Vaak kunnen gebouwen in gebruik worden genomen zonder grondige wijzigingen of uitbreidingen. Dikwijls moeten enkel de versleten of aangetaste delen worden ver- vangen, en moet verder enkel het geheel worden opgefrist. De binnenruimtes moeten aan- gepast worden aan hun nieuwe bestemming en het gebouw moet worden voorzien van het nodige hedendaagse comfort.
In dit geval verandert er niets wezenlijks aan het gebouw en kan het zijn leven in een fris kleedje verder zetten. Voor oudere panden zal het al sneller nodig zijn om werken uit te voeren: om de bouwfysische kwaliteit in stand te houden of te verbeteren, of om het pand aan te passen aan de hedendaagse comfortnormen.
Soms moeten er echter onderdelen vervangen worden die het uitzicht van het gebouw mee bepalen. Dan moeten er wel belangrijke beslissingen worden genomen.
Dit is bijvoorbeeld het geval voor het vervangen van buitenschrijnwerk. Vaak is het niet mogelijk ramen en deuren te vinden in hetzelfde materiaal en uitzicht van de oorspronkelijke, die tegelijk aan de eisen van isolatie voldoen. Hedendaags schrijnwerk wordt op de markt aangeboden in een uitgebreid palet van materialen, kleuren en texturen. Eén mogelijkheid is een model te kiezen dat het origineel zo dicht mogelijk benadert.
Natuurlijk kan men ook beslissen om af te wijken van de oorspronkelijke materialen, kleur en raamverdeling, maar dat vraagt toch wel enkele grondige overwegingen. Nadat de beeldwaarde van de gevel is geanalyseerd, kan afgeleid worden hoe belangrijk het is om het oorspronkelijke uitzicht te behouden, of in hoeverre het nodig is in de nieuwe vorm naar de oude te verwijzen. Nostalgie is hierbij een verkeerde leidraad. Een mooie hedendaagse vormgeving kan immers ook de nieuwe evolutie en toekomst van het pand onderlijnen.
Hetzelfde geldt voor de gevelmaterialen en de dakbedekking. Deze elementen bepalen in grote mate het beeld van massa en volume van een gebouw. Daarom wordt hier best nog voorzich- tiger mee omgesprongen. Een goed voorbeeld hiervan zijn dakvlakramen of dakdoorbrekingen met glasstroken. Afmetingen, aantal en situering moeten goed worden overwogen. Ook de moderne trend om hele of gedeeltelijke gevelvlakken te bepleisteren, komt het karakter van het pand niet altijd ten goede.
Van ornamenten en geveldetailleringen moet worden uitgemaakt of ze authentiek zijn en esthe- tische kwaliteiten hebben. Soms zijn het immers latere toevoegingen, vaak van weinig waarde of betekenis voor het geheel.
19
EEN NIEUW LEVEN VOOR MIJN HUIS


































































































   18   19   20   21   22