Page 37 - brochure_haspengouw
P. 37
Wettelijke voorschriften en bepalingen
Wat wel of niet mag bij verbouwing of herbestemming hangt voor een groot deel af van de plek waar het gebouw ligt. Woongebieden, agrarische gebieden, groengebieden, enzovoort brengen allemaal hun eigen specifieke regelgeving mee. Dit wordt geregeld door de gewestplannen die voor elke zone vastleggen welke activiteiten er mogen worden uitgevoerd. Ze zullen op termijn vervangen worden door ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP).
Panden in een woonzone kennen meestal de minste beperkingen. Voor de zonevreemde woningen, bijvoorbeeld in landbouwgebied zijn de mogelijkheden om te verbouwen of functies te wijzigen beperkter. De ruimtelijk kwetsbare gebieden, zoals natuurgebied of landschappelijk waardevol agrarisch gebied, zijn op dit vlak het strengst gereglementeerd.
Voor heel wat panden gelden specifieke bouwvoorschriften. Die worden vastgelegd in steden- bouwkundige verordeningen, verkavelingen, Bijzondere Plannen van Aanleg (BPA) Ruimtelijk Uitvoeringsplannen (RUP). De dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente kan hierover alle inlichtingen verstrekken.
Procedure en dossiersamenstelling
De wetgeving op de ruimtelijke ordening is in volle evolutie. Gemeenten werken aan een Ruimte- lijk Structuurplan, uitvoeringsplannen, een vergunningenregister, enzovoort. In de toekomst zullen de gemeenten zelf de vergunningen kunnen afhandelen. Voorlopig voldoet het merendeel van de gemeenten echter nog niet aan de voorwaarden hiervoor en blijft het “oude systeem” gel- den waarbij de gemeente verplicht is om een eventueel negatief van AROHM (in de volksmond “stedenbouw”) te volgen.
Wie een stedenbouwkundige vergunning wil aanvragen, kan bij de gemeentelijke dienst Ruim- telijke Ordening daartoe alle nodige formulieren ophalen. De aanstiplijst is een handig document dat weergeeft welke plannen, foto’s en documenten nodig zijn voor een volledig aanvraagdossier. Indien er een architect wordt aangesteld, zal deze voor de samenstelling van de bundel zorgen.
Het volledige dossier wordt ingediend bij het gemeentebestuur. De dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente kijkt na of het dossier volledig is en verstrekt dan pas een ontvangstbewijs. Vanaf dan begint de termijn van de aanvraag te lopen. De termijn van de procedure bedraagt 75 dagen.
Daarna wint de gemeente de nodige adviezen in. Vroeger waren de meeste aanvragen onderwor- pen aan het bindende advies van de gemachtigde ambtenaar van AROHM, afdeling Ruimtelijke Ordening. Tegenwoordig zijn reeds vele werken hiervan vrijgesteld. Andere bindende adviezen
36
DE WET