Page 26 - brochure_haspengouw
P. 26

5. Gevelaanzicht
De gevel van een gebouw, en dan vooral deze die naar de straat is ge- richt, is het aangezicht van het gebouw. Met de gevel drukt het gebouw zich uit aan de omgeving: status, rijkdom, fierheid of juist bescheiden- heid. En net zoals bij de mens is de ziel hier voor een belangrijk stuk af te lezen. De gevel kan het gebouw in zichzelf doen keren, of juist laten openplooien naar de omgeving, een introvert of extravert karakter mee- geven dus. Wijzigingen hierin hebben dus een belangrijk impact.
De gevel is de buitengrens van het gebouw en tegelijk ook van de publieke ruimte. Hij bepaalt in hoge mate mede het beeld van de straat of de buurt.
Gevelritme en –compositie
Indien door interne functiewijzigingen, uitbreidingen of technische nood- wendigheden wijzigingen aan de gevelvlakken worden voorzien, wordt dan de “geest” van het gebouw in zijn waarde gelaten of versterkt? Wordt de symmetrie doorbroken?
Passen deze wijzigingen in het ritme van de straatwand? Meestal heeft dit veel te maken met de vorm, de afmetingen en de situering van de gevelopeningen, die dient te harmoniëren met de bestaande. Hoewel in de meeste oudere gebouwen de gevelopeningen meestal hoger zijn dan breed, hoeft dat nog geen onwrikbare regel te zijn. Een afwijking hiervan zal echter grondig moeten overwogen worden.
Open-/gesloten
Wordt het extraverte of introverte karakter van het gebouw behouden? Als bijkomende raamopeningen nodig zijn, kunnen deze dan dusda- nig gedimensioneerd en gesitueerd worden dat dit karakter behouden blijft?
Bijvoorbeeld door het aanwenden van zeer smalle raamprofielen of het aanwenden van koud in het geveloppervlak geplaatste glasvlakken en deze discreet te situeren kan een bestaande blinde gevel toch zijn ge- sloten karakter behouden.
Straatwand
De straatwand in de landelijke dorpen is een afwisseling van open en gesloten, met groene ruimten die de open (landbouw)ruimte in de kern van het dorp laten dringen (dorpsweide, boomgaard, ...).
De bebouwing ligt veelal op de grens met de straat, om de achterlig- gende grond maximaal te kunnen benutten voor tuinbouw bijvoorbeeld.
Blijft de ruimtelijke relatie met de nabijgelegen gebouwen en met de straat behouden?
Materialen: textuur, kleur, massa
De landelijke bouwstijl kenmerkt zich door het gebruik van robuuste materialen, veelal gemaakt uit grondstoffen die in de regio werden ge- wonnen. Vele hiervan zijn te zeldzaam en te kostelijk geworden (mergel, hardsteen, enz.). Natuurlijk kan u ook recuperatiematerialen uit andere gebouwen gebruiken. Maar ook ook hedendaagse materialen als beton en metaal kunnen op een kwalitatieve manier worden toegepast.
Hebben de nieuw aan te wenden materialen een gelijkwaardige kwaliteit? Kunnen bij wijzigingen de nieuwe materialen een kwalitatief antwoord bieden op de bestaande? Gaan ze niet te sterk overheersen en zo het oorspronkelijk karakter aantasten?
Geveldecoratie
Dit kunnen structurele elementen zijn zoals speklagen, sierlijsten, sier- ankers of versierde kroonlijsten, of afzonderlijke elementen zoals een wandkapel, een gevelinscriptie, een siertegel, ...
Worden door de wijzigingen deze ornamenten doorbroken of zouden ze verdwijnen?
Het aanbrengen van nieuwe ornamenten wordt best met de nodige terughoudendheid toegepast. Vermijd zeker cliché-elementen die geen betekenis voor het pand hebben.
6. Vervangen van delen van het gebouw
Het komt voor dat delen van de gevel of het volume moeten worden vervangen. Deze moeten harmonieus kunnen ingepast worden in het geheel. Klakkeloze reconstructie is niet altijd een goed idee. Misschien is het beter de wijzigingen te tonen, en er eventueel in de nieuwe vorm- geving naar te verwijzen: ook op deze manier kunnen de “oude sporen” bewaard blijven.
7. Uitbreidingen
Als het gebouw moet worden uitgebreid omwille van plaatsgebrek, situeer dan de inplanting dusdanig, dat het bestaande gebouw tot zijn volle recht blijft komen. Tegelijkertijd moet er op gelet worden dat de inplanting past in de rest van het gebouwencomplex. De nieuwe aan- bouw mag gerust als een toegevoegd element herkend worden, maar mag niet overheersen. Ook hier is de architectuurstijl een keuze waar de verbouwer een zekere vrijheid in heeft. Vermijd stijlimitaties, uw nieuwe bijgebouw is van de 21ste eeuw!
8. Diverse elementen
Sommige onderdelen van gebouwen zijn typisch voor de landelijke woningbouw. Zij verdienen speciale aandacht, want niet zelden spelen zij een belangrijke rol in de belevingswaarde van het pand.
Poort en poortgebouw
De grote houten toegangspoorten, soms verwerkt in een imposant poortgebouw, in een verder gesloten gevel zijn een zeer typisch beeld in de straten van de Haspengouwse dorpen. Ze zijn het visitekaartje van de dorpsboerderijen. Als ze gesloten zijn, maken ze van de straatwand een haast hermetisch gesloten geheel. In open stand zijn ze de uitnodigende overgang tussen de straat en de semi-private binnenplaats en geven ze de straat een levendig karakter. Bij renovatie is het de kunst om deze functie op een hedendaagse manier in het project te verwerken.
RICHTSNOEREN
25


































































































   24   25   26   27   28