Page 10 - brochure_haspengouw
P. 10

HUIZEN EN HOVEN
Belang en betekenis van de landelijke architectuur
Een indrukwekkende groene open ruimte, prachtige woningen en boerderijen in typische dorpen maken van Haspengouw een unieke en authentieke streek. De laatste decennia is helaas veel waardevol patrimonium verdwenen, onherstelbaar verminkt of vervangen door woningen (of zelfs hele verkavelingen) die geen enkele band met de streek of de omgeving hebben. Zelfs het sterke Haspengouwse karakter kan deze sluipende aantasting niet onbeperkt dragen zonder zijn kwaliteit te verliezen. Dus is het belangrijk dat bouwers en verbouwers de waarde van de gebouwen en omgeving leren kennen en respecteren. Want de toekomst van de woonkwaliteit van Haspengouw ligt uiteindelijk in hun handen.
Landelijk bouwen en verbouwen:
van betekenisvol tot nostalgisch cliché
De bouwers van vroeger waren mensen die leefden van het land. Veel meer dan wij nu, had- den zij een stevige band met de natuur en de elementen. De wijsheid en ervaring om goed te bouwen en verbouwen bestond onder andere uit kennis van de gesteldheid van de bodem, de beschikbaarheid van de materialen, de bezonning, de behoeften, de bereikbaarheid van water voor het huishouden en de dieren. Die kennis werd van generatie op generatie overgedragen. Het bouwen van een woning of boerderij gebeurde minder planmatig dan vandaag. Bouwen was een spontaan en vanzelfsprekend proces, vooral gebaseerd op een traditionele logica. Elk element, elke beslissing had een betekenis. Bijvoorbeeld het gebruik van materialen, de grootte van de ramen, of de dakvorm waren altijd verbonden met de manier van leven en werken en met de technische mogelijkheden van zijn tijd. Dat alles leverde - vaak onbedoeld - eerlijke schoon- heid en beeldkracht op.
Omstreeks de jaren ‘60-‘70 van de twintigste eeuw werd deze “kleine architectuur” herontdekt. De charme van het platteland werd voor heel wat stadsmensen een alternatief om dichter bij de natuur te leven. Oude boerderijtjes werden opgekocht en opgekalefaterd en groeiden uit tot een populaire woonvorm. Meestal werden deze woningen gekoesterd en bewaard, en werd het aanzicht ervan bijna niet gewijzigd.
Stilaan groeide ook de belangstelling van “rustzoekers” die het comfort van de stadswoning niet wilden missen. Hier gingen de veranderingen aan de oorspronkelijke gebouwen vaak verder, soms ten koste van de waarde van het gebouw. Gevels werden grondig gewijzigd, stallen en bijgebouwen maakten plaats voor garages en tuinhuisjes. Die ingrepen waren niet altijd even geslaagd.
HUIZEN EN HOVEN


































































































   8   9   10   11   12