Page 13 - brochure_haspengouw
P. 13

Het cultureel-historische verhaal
Hoe ouder het gebouw, hoe omvangrijker meestal de geschiedenis van generaties en verande- ringen zal zijn. Om dit te achterhalen kunnen er vele wegen bewandeld worden.
Eerst en vooral zijn er natuurlijk de overgeleverde verhalen en anekdoten van de bewoners of van dorpsgenoten, al zijn deze af en toe door nostalgie een beetje bijgekleurd. Oude foto’s of tekeningen geven dikwijls aanduidingen over recente veranderingen van zowel het gebouw als van de omgeving waarin het zich bevindt. Natuurlijk zijn ook de inscripties en dateringen in de geveldecoratie of op muurankers duidelijke tekens.
Vele van de merkwaardige oude woningen en hoeven zijn opgenomen in de zogenaamde “Inventaris van het bouwkundig erfgoed”, dat voor elk gebouw een beknopte beschrijving geeft. (meer info: zie kaderstukje).
Een nauwkeurig onderzoek van de woning en de bijgebouwen levert sporen van eertijdse bestemmingen. Misschien fungeerde ze wel ooit als afspanning of herbergde ze een ambacht, zoals een smidse of een houtbewerkingsatelier. Deze vaststellingen geven het pand betekenis in het sociale en economische leven van het dorp van weleer.
Aanpassingen in spanten of vakwerkconstructies kunnen op verbouwingen of herstelwerken dui- den. Teltekens of andere merken en aanduidingen op balken en stijlen kunnen hier aanwijzingen
voor geven. Conclusies hieruit moeten wel met de nodige voorzichtigheid worden getrokken, omdat in de houtconstructies vaak delen van vroegere constructies werden herbruikt. Een ana- lyse van oude pengaten, verbindingslassen en andere bewerkingen kan bijdragen tot een juiste interpretatie. Verregaander kan zelfs zogenaamd “dendrochronologisch onderzoek” op het hout worden uitgevoerd, waardoor de kapdatum van de boom kan worden achterhaald.
Een gedetailleerde opmeting geeft aanwijzingen over de vroegere en nieuwere structuren. Res- ten van funderingen wijzen op vroegere inplanting. Aan de hand van oude kaarten en kadaster- plannen kan de bouwperiode, de oorspronkelijke inplanting en de ontwikkeling van het gebouw en zijn bijgebouwen worden opgespoord. Tenslotte kunnen in de archieven oude documenten worden gevonden, zoals bijvoorbeeld verkoopsakten, waar vaak een gedetailleerde beschrijving van het goed is terug te vinden.
Soms zijn er geen documenten te vinden die rechtstreekse aanwijzingen geven over het ontstaan en de ontwikkeling van het gebouw. Dan kan een typologische studie van bekende ontwikkelingen van naburige en gelijkaardige gebouwen een uitkomst bieden. Daaruit kunnen immers afleidingen en interpretaties worden gemaakt die het historische proces van het betref- fende gebouw vrij goed benaderen.
Tot hiertoe hebben we ons beperkt tot de louter historische vaststellingen. Door al deze gege- vens in kaart te brengen en de onderlinge verbanden te zoeken, ontplooit zich de geschiedenis van het gebouw, van de omgeving en het dorp waartoe het behoort en van de samenleving van
de vele generaties die het overleefde.
De ruimtelijke context
De woning in haar omgeving
Een huis staat niet op zichzelf. Het staat in een dorp, in een straat tussen andere huizen, in een landschap. De straatwand en het landschap bepalen mee het aangezicht van het pand en geven het dus mee betekenis. Plaats hetzelfde huis in een andere omgeving en de identiteit ervan verandert. Bevindt het zich in een straatwand met kwaliteit en karakter, dan straalt die kwaliteit een beetje af op het pand. In een naargeestige of kwaliteitsloze omgeving, komt zelfs het mooi- ste huis niet tot zijn recht.
Andersom heeft het gebouw ook betekenis voor zijn omgeving: zonder huizen bestaat er im- mers geen dorp of buurt. Ieder pand is als het ware een bouwsteen van het beeld en dus van de identiteit van een dorp. Een pand met een uitzonderlijke beeldkracht zal de straatwand domineren. Maar een eerder bescheiden woonst speelt zijn rol in het gevarieerde ritme van het aanzicht van de buurt.
Inventaris van het bouwkundig erfgoed
Naast de lijst van beschermde monumenten, heeft de Vlaamse gio, en een overzicht van de plaatselijke gebouwtypes. Het is een rekening gehouden in de beoordeling van de bouwaanvraag. Wie
regering alle merkwaardige en beeldbepalende gebouwen in waardevolle gids voor het cultuurhistorische gebouwde erfgoed, een pand op dat op de inventaris staat wil afbreken, moet altijd De inventaris is ook raadpleegbaar op http://paola.erfgoed.net/sdx/inventaris/ of op de website van de Vlaamse overheid www.onroerenderfgoed.be.
De inventaris is verschenen in de reeks “Bouwen door de Eeuwen Heen in Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed”, op- gesteld en uitgegeven per arrondissement en kanton. Nagenoeg iedere bibliotheek heeft dit naslagwerk in zijn bezit.
De inventaris is ook raadpleegbaar op http://paola.erfgoed. net/sdx/inventaris/ of op de website van de Vlaamse overheid http://www.onroerenderfgoed.be www.onroerenderfgoed.be.
Vlaanderen geïnventariseerd. Voor elk van die gebouwen wordt een beknopte beschrijving gegeven, met vermelding van bijzon- dere constructie- en decoratiekenmerken en de geschatte bouw- periode.
De inventaris is in verschillende boekdelen uitgegeven, en regionaal en per gemeente gerangschikt. Deze boeken omvatten tevens een historische nota over het betreffende kanton en re-
en vormt het uitgangspunt bij de selectie van beschermingsvoor- stellen.
Bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning voor werken aan niet-beschermde gebouwen die wél zijn opgenomen zijn in de inventaris, is de gemeente niet verplicht advies te vragen van de cel Monumenten en Landschappen. In de praktijk wordt dit vandaag toch bijna altijd gedaan, en wordt met dat advies mee
een vergunning op zak hebben.
Bij een functiewijziging van in de inventaris opgenomen panden die zonevreemd zijn, is er wèl een advies nodig (zie ook hoofd- stukken 6 en 8). Daartegenover staat dat er meer mogelijkheden zijn voor functiewijzigingen dan dat bij gewone gebouwen het geval is.
12


































































































   11   12   13   14   15