Page 5 - brochure_haspengouw
P. 5

HASPENGOUW DOORHEEN DE EEUWEN
Haspengouw en de prehistorie
In het Zuiden van Limburg zijn de oudste bewoningssporen terug te brengen tot ca. 4000 voor Chr. De keramische volkeren profiteerden ten volle van de vruchtbaarheid van de streek als landbouwers.
De Romeinen in Haspengouw
Als Caesar in 57 voor Chr. onze gebieden binnenviel, werden deze bewoond door de Eburonen. Opperhoofd Ambiorix, gevestigd in de hoofdstad Atuatuca, verzette zich aanvankelijk nog tegen de Romeinse onderwerping maar zijn volkstam werd in 53 voor Chr. volledig uitgemoord. Het gebied van Ambiorix werd onder de naam Civitas Tongrorum ingedeeld in de provincie Belgica. Van deze civitas was Atuatuca Tongrorum, het huidige Tongeren, de hoofdplaats. Deze stad lag zeer strategisch op het knooppunt van verschillende Heerbanen en nabij de Maas. Mede door deze goede ontsluiting en omwille van de zeer vruchtbare leemgronden kende Haspengouw een intense kolonisatie. Overal in de streek zijn er sporen terug te vinden van de Romeinse kadasterindeling, de talrijke villae en Romeinse bandgraven. In het midden van de derde eeuw doorbraken de Germanen geregeld de verzwakte grensverdediging en plunderden de streek. Vele bewoners verlieten daardoor de streek en zochten hun toevlucht in veiligere oorden.
De Haspengouwse kerstening
Met het edict van Milaan in 313 werd de vrijheid van godsdienst afgekondigd en begon de kerstening van de streek rond Tongeren. Deze stad kreeg haar eerste bisschop, Sint Servatius, die het christelijk geloof tot ver buiten de Ton- gerse stadsmuren verkondigde. Tot het midden van de 4e eeuw bleef de eerste kerstening een feit. Het Christendom verdween echter weer volledig toen in de loop van deze eeuw de bisschop uit Tongeren vertrok na het invallen van Frankische troepen. Deze Franken vestigden zich echter niet in de stad zelf, waar het Christendom bleef voort leven, maar op de buiten.Tot het einde van de 8e eeuw is er geen spoor te vinden van een vaste kerkelijke organisatie op het platteland. Onder invloed van de talrijke nieuw gestichte abdijen te Wintershoven, Munsterbilzen en Sint-Truiden vond een tweede kerstening van de streek plaats.
Het Graafschap Loon versus het Prinsbisdom Luik
In de 8e eeuw verhuisde de bisschopszetel definitief naar Luik, wat de achteruitgang van Tongeren in de hand werkte. Wanneer de Maas dan ook nog de belangrijkste verkeersader werd, ten nadele van de Romeinse heerba- nen, wonnen Maastricht en Luik snel aan belang. Beide steden ontwikkelden zich in de loop van de 8e en 9e eeuw tot belangrijke handelscentra. Door de Maas als handelsweg te gebruiken, kende deze streek een zeer vroege bloei en verstedelijking. In de 11e eeuw bloeide het Prinsbisdom Luik en genoot het een culturele uitstraling.
In vrij duistere omstandigheden ontwikkelde zich ten Noorden van het Prinsbisdom Luik, het Graafschap Loon. De grens tussen deze 2 gebieden lag ergens tussen Tongeren en Riemst. Door een gebrek aan belangrijke verkeers- aders en door het beperkt aantal afzetgebieden, kwam de groei van de steden in het Graafschap Loon echter zeer traag op gang. De graven van Loon konden nooit een machtspositie verwezenlijken ten opzichte van het Prinsbis- dom Luik. Daarom werd in de loop van de 12e eeuw een burchtengordel aangelegd aan de zuidelijke grens van het graafschap Loon.
De Loonse Successieoorlogen in de 14e eeuw liepen uiteindelijk uit op de inlijving van Loon bij het Prinsbisdom Luik. Maar ook dan had Haspengouw nog geen rust. De 15e eeuw werd bepaald door de telkens hernieuwde strijd voor de democratische rechten tegen elke nieuwe Prins-bisschop.
De opkomst van de industrie
In het begin van de 16e eeuw had de streek een periode van herstel en bloei. Haspengouw behield zijn traditionele agrarische functie en in de streek van Luik ontwikkelden zich de eerste geïndustrialiseerde gebieden. Na enkele korte internationale conflicten herstelde de handel en de industrie op het einde van de 16e en in de 17e eeuw. In de steden ontstond een welstellende burgerij.
Door de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748) kwam er echter een einde aan deze welvaart. Zowel het plat- teland als de steden werden ditmaal getroffen. De Franse ‘verlichte’ ideeën vonden gehoor in het Luikse gebied, en dat leidde ertoe dat dit gebied in 1795 bij Frankrijk werd ingelijfd. Het huidige Limburg werd geannexeerd door het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
De 2 Limburgen
Na de Belgische Onafhankelijkheid werd Limburg in 1839 verdeeld tussen Nederland en België, waarbij de Maas als natuurlijke grens fungeert. Haspengouw behield ook in de 19e en 20e eeuw haar vrijwel ongewijzigde agrarische bestaanswijze.
4
KENNISMAKEN MET HASPENGOUW
Recente evoluties
De maatschappelijke ontwikkelingen zijn ook aan Haspengouw niet ongemerkt voorbij gegaan. Nog steeds is Zuid-Limburg een landbouwstreek bij uitstek, maar de tijd dat bijna elke Haspengouwer in de boerenstiel zat, is lang voorbij. De landbouw is grootscha- liger geworden, en vele boerderijen hebben hun functie verloren. De veranderingen in de landbouw hebben het landschap ook gedeeltelijk verarmd. De ruilverkavelingen hebben onder andere waardevolle landschapselementen doen verdwijnen en erosieproblemen meegebracht.
Jonge mensen verlaten het platteland en trekken naar de steden om er te werken en te wonen. Zelfs wie in z’n eigen Haspengouwse dorp wil blijven, heeft het vaak moeilijk een goede en betaalbare woning te huren of te kopen. De ouderen blijven zo lang mogelijk wonen in te groot geworden woningen, die eens meerdere generaties herbergden. Zuid- Limburg, en met name het buitengebied, heeft met voorsprong de oudste bevolking van Limburg en zelfs van Vlaanderen. Vooral voor de kleine geïsoleerde kernen heeft dat nadelen, omdat ze voor alle voorzieningen afhangen van de grotere dorpen en stedelijke kernen.
Hetzelfde fenomeen geldt voor het woningenbestand: nergens in Limburg zijn relatief zoveel oude gebouwen zonder hedendaags comfort te vinden. Het spreekt vanzelf dat aan deze oude woningen heel wat werk is. Al zijn ze nog zo degelijk gebouwd, onderhoud en aanpassingen zijn nodig om ze voor de toekomst te bewaren.
Maar ook de karakteristieke en waardevolle gebouwen komen in de verdrukking. Op steeds meer plaatsen wordt het typische beeld verstoord door verkavelingen en nieuw- bouwprojecten die elke binding met de streek of met de traditie missen. De woondruk dreigt vooral het landbouwkarakter rond de steden te verstoren en brengt ook belangen- conflicten met de landbouw mee. Nieuwkomers richten zich vaak volledig op de steden voor werk, aankopen, scholen en ontspanning, en maken soms nauwelijks deel uit van het lokale sociale leven.
Heel wat oudere gebouwen werden onoordeelkundig gerenoveerd of zelfs afgebroken. En dat is jammer, omdat die panden mee het gezicht van het dorp bepalen. Ook het vakwerkbestand in Vochtig-Haspengouw, een uniek cultureel-historisch erfgoed, is de laatste decennia verminderd.
Nieuwe kansen
Haspengouw heeft toch nog tal van troeven achter de hand. De vruchtbare grond zal de landbouw altijd haar diensten blijven bewijzen. En ondanks de sluipende aantasting van de unieke beeld- kracht, blijft de Haspengouwse streekeigenheid overeind.
De open ruimte van Droog-Haspengouw is nog ongerept, en het beleid stuurt in de richting om dit zo te behouden.
Een tweede waardevolle stempel op de streek is de beeldwaarde van het karakteristieke gebou- wenbestand en de dorpsgezichten. Gelukkig is er meer dan ooit aandacht voor het behoud van identiteit van de regio. Op die identiteit komen we later nog terug.
Het prachtige landschap en het rijke historisch patrimonium krijgen ook steeds meer belangstel- ling van het publiek. Tal van waardevolle gebouwen en dorpsgezichten kregen een wettelijke bescherming als monument. Provincie en gemeenten trekken de kaart van het toerisme en de uitbouw van verblijfsaccommodatie wordt actief ondersteund. Het fietsroutenetwerk wordt tot ver over de grenzen gewaardeerd. Het toerisme wakkert een nieuwe lokale economie aan en dat is een goede zaak voor het Haspengouwse erfgoed. Vele kastelen en boerderijen hebben hun oorspronkelijke functie verloren, maar kunnen een antwoord geven op de groeiende vraag naar verblijfsaccommodatie voor toeristen.
Natuurlijk is het Haspengouwse platteland ook een aangename streek om te wonen. Open ruimte, weidse vergezichten en gezonde buitenlucht zijn overvloedig aanwezig en oefenen een bijzondere aantrekkingskracht uit voor de stadsmens die zoekt naar rust en onthaasting. Wonen in het groen is een droom van velen, net als de kleinschaligheid en de sociale geborgenheid in de kleine kernen. Het ontbreken van de verkeersdrukte in de kleine kernen biedt kinderen een veilige speelruimte, en maakt van de straat en het dorpsplein een ontmoetingsplaats voor de bewoners.
Haspengouw bezit dus een grote voorraad aan oude karakteristieke woningen en boerderijen. Zij bepalen mee het beeld van de streek. Laat ons ze met eerbied voor de rijke traditie behandelen. Dan blijven zij op een authentieke manier bijdragen aan een streek met een kwaliteitsvolle toe- komst voor de volgende generaties.


































































































   3   4   5   6   7